Printable version (PDF) |
2.2 De druk
Dit tweede hoofdstuk gaat over de druk. Die wordt verduidelijkt met de problematieken van: energieproductie en -consumptie, mobiliteit en vervoer van personen, tabaksconsumptie, visvangst en biologische diversiteit in zee, het gebruik van genetisch gewijzigde planten en het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën. Die druk beschrijft de economische, sociale en ecologische activiteiten, die direct of indirect inwerken op de kapitaalvoorraden. Hij vormt de economische, menselijke en ecologische kapitaalstromen die stijgen of dalen in de tijd en zich minder of meer billijk verdelen onder de mensen.
Een reeks trends vloeit voort uit de indicatoren die in dit hoofdstuk worden weergegeven.
De energieconsumptie en de mobiliteit van personen stijgen in België (zie 2.2.2). De tabaksconsumptie houdt stand op een hoog niveau in de landen met een hoog inkomen, waaronder België (zie 2.2.4), en stijgt in landen met een laag of middelmatig inkomen. De wereldwijde visvangst stijgt steeds (zie 2.2.5). Deze druk kon de afgelopen jaren in het algemeen niet voldoende worden beheerst of gewijzigd om haar buitensporige impact op de gezondheid en het leefmilieu te beperken. Desondanks bestaan enkele uitzonderingen zoals het geval van de ozonvoorbereidende gassen. (zie 2.2.2, figuur 2.8).
Het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ict) verspreidt zich wereldwijd snel (zie 2.2.7, figuur 2.17). De teelt van genetisch gewijzigde planten ontwikkelt zich ook wereldwijd aan een gestaag ritme (zie 2.2.6, figuur 2.15). De snelle ontwikkeling van deze twee problematieken blijft desondanks gekenmerkt door een bepaald aantal onzekerheden over hun sociale, economische en ecologische gevolgen. Dit verklaart waarom in België de teelt van ggp zich nog in een experimentale fase bevindt.
Zoals bepaalde indicatoren die verband houden met energie (zie 2.2.1, tabel 2.1), transport (zie 2.2.3, figuur 2.9) en ict (zie 2.2.7, figuren 2.18 en 2.20) het laten zien, zijn bepaalde economische stromen voordelig voor de rijkste landen en binnen deze landen, voor de hoogste inkomensklassen. Desondanks laten de indicatoren over de mondiale consumptie van energie (zie 2.2.1, tabel 2.1) en tabak (zie 2.2.4, figuur 2.11) zien dat bepaalde ontwikkelingslanden, zoals China, geleidelijk dezelfde consumptiepatronen aannemen als die van de geïndustrialiseerde landen. Bij ongewijzigd beleid dreigt het stijgend verbruik van fossiele energie en de gestegen consumptie van tabak negatieve gevolgen te veroorzaken voor de toestand van het economische, menselijke en milieukapitaal van onze planeet.
Andere druk wijzigt ook de toestand van de economische, menselijke en milieukapitaalvoorraden. Overbevissing (zie 2.2.5) ondermijnt de mariene biodiversiteit. De ontwikkeling van de biotechnologie (zie 2.2.6) kan ook de biologische diversiteit (zie 2.3.3) aantasten. Zo lang ze vooral op fossiele brandstoffen werken, tasten de energieconsumptie, het transport en het stijgend gebruik van ict de atmosfeer aan (zie 2.3.1 en 2.3.2). De vervuiling van de atmosfeer en de tabaksconsumptie veroorzaken aandoeningen van de luchtwegen (zie 2.3.5).
Bureau fédéral du Plan - Federaal Planbureau [ http://www.plan.be ] - Please send your comments or remarks to webmaster@plan.be |