Printable version (PDF) |
2.3.3 Biodiversiteit: bedreigde soorten in België en in de oeso-landen
In België, net zoals in de overige oeso-landen, gaat de toestand van de biologische hulpbronnen achteruit en is het aantal bedreigde diersoorten steeds hoger. Vooral soorten vissen, vogels en zoogdieren worden getroffen en zijn in gevaar.
Definitie
Het aantal bekende diersoorten dat uitgestorven, in gevaar of kwetsbaar is, geeft een aanwijzing van de toestand van de biodiversiteit. Dat percentage wordt berekend volgens het totale aantal bekende soorten per klasse. De gegevens voor het Vlaamse Gewest en voor het Waalse Gewest zijn gebaseerd op de methodologie en de categorieën die de Internationale Unie voor Natuurbescherming (iucn) definieerde.
Situatie en trend
België heeft, door zijn gevarieerde fysieke omgeving, een grote biologische diversiteit. Landbouw en veeteelt tastten die natuurlijke diversiteit sterk aan. Op basis van de gegevens uit tabel 2.2 over zoogdieren, vogels en andere categorieën, blijkt dat er momenteel in Wallonië, op 640 diersoorten een derde uitgestorven (4,5%), in gevaar (8,6%) of kwetsbaar (20,2%) is. Meer dan dan 50% van de vissen- en vlindersoorten is uitgestorven, in gevaar of kwetsbaar. In het Vlaamse Gewest zijn 43,2% van de vogelsoorten uitgestorven, in gevaar of kwetsbaar. In de oeso-landen is het aantal bedreigde diersoorten vaak hoger dan 30% (zie figuur 2.25).
Relevantie voor een duurzame ontwikkeling
De indicatoren tonen een grote uitholling van de biodiversiteit. Vooral menselijke activiteit veroorzaakt die. Ze leidt tot een verdwijning van soorten, een verarming van het genetische erfgoed en de ecosystemen. In de loop van de laatste 100 jaar nam de druk op flora, fauna en ecologische processen toe door lucht-, water- en bodemvervuiling, de verbrokkeling van de ecosystemen en, recenter, door de intensievere landbouw en zeevisvangst (zie 2.2.5). De toename van de vervuiling door overige menselijke activiteiten heeft ook de componenten van de biodiversiteit van de vroeger natuurlijke of semi-natuurlijke ecosystemen in gevaar gebracht. Merk op dat de klimaatveranderingen (zie 2.3.1) ook onvoorziene gevolgen kunnen hebben op de toestand van de biologische diversiteit.
Het verdwijnen van soorten is onomkeerbaar. Daardoor zullen de huidige en de komende generaties geen gebruik kunnen maken van belangrijke (bekende of tot op heden onbekende) hulpbronnen. De verarming van het genetische erfgoed en de verdwijning van soorten kunnen het aanpassings- en weerstandsvermogen van de ecosystemen verminderen. Zo komt de menselijke ontwikkeling ernstig in gevaar. Veel essentiële producten en diensten die onze planeet aanbiedt, zijn inderdaad afhankelijk van de biodiversiteit en de vrijwaring ervan. De biodiversiteit kan bovendien nieuwe, tot op heden onbekende diensten leveren, bijvoorbeeld: nieuwe geneesmiddelen, nieuwe plantaardige vezels en genen die cultuurgewassen ziektebestendig maken.
Doelstelling
Het Verdrag inzake Biodiversiteit werd in 1992 in Rio aangenomen. De doelstellingen ervan zijn: het behoud van de biodiversiteit, het duurzame gebruik van haar elementen en de eerlijke en billijke verdeling van de voordelen van de exploitatie van de genetische rijkdommen. Die doelstellingen zijn vervat in het Federaal plan inzake duurzame ontwikkeling 2000-2004 (§ 320).
Bureau fédéral du Plan - Federaal Planbureau [ http://www.plan.be ] - Please send your comments or remarks to webmaster@plan.be |