PreviousNext  
PreviousNext  
Printable version (PDF) 

5.4 Erkenning van wetenschappelijke onzekerheden

Het eerste federaal rapport besloot dat de besluitvorming de onzekerheden van effecten op lange termijn van het gangbare ontwikkelingsmodel onvoldoende in acht neemt. Het rapport had evenwel toegelicht dat de overgang naar een duurzame ontwikkeling erkent dat er onzekerheden zijn. Het waakt over een betere interactie tussen wetenschappelijke kennis en het beheer van ernstige en onomkeerbare risico's. De eerste stap in een beheer van huidige en toekomstige risico's bestaat uit inspanningen om die risico's te objectiveren. Die objectivering vergt een meer systematische informatieverzameling en -verwerking dan die waar België vandaag over beschikt. Een risicobeheer maakt ook een betere interactie tussen wetenschappelijke en politieke benaderingen van de uitdagingen van duurzame ontwikkeling noodzakelijk. Dat is steeds meer nodig vanwege de wetenschappelijke complexiteit van de vraagstukken en de omvang van de risico's die er aan verbonden zijn. Daarnaast is voor een risicobeheer een expliciete arbitrage tussen politieke prioriteiten nodig.

Is de erkenning van wetenschappelijke onzekerheden verbeterd in het gevoerde beleid? Welke inspanningen werden geleverd om risico's beter te objectiveren? Is de koppeling tussen wetenschappelijke en politieke benaderingen versterkt? Kan die koppeling meer op pluridisciplinair werk steunen?

5.4.1 Erkenning van wetenschappelijke onzekerheden

De erkenning van wetenschappelijke onzekerheden en de toepassing van het voorzorgsbeginsel komen bijna niet voor in de jaarlijkse beleidsnota's1, aldus de evaluatie in hoofdstuk 3.1. Een uitzondering is de dienst Leefmilieu. De andere beleidsnota's tonen dat risico's meestal pas erkend worden nadat ze reëel gebleken zijn. De oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (favv) illustreert dat.

De doelstellingenanalyse voor de problematieken (zie 3.2) toont dat er geen spoor is van een cultuur waarbij de identificatie en het beheer van risico's de besluitvorming voorafgaat. De evaluatie van gevalsstudies (zie 3.3) toont ook, bijvoorbeeld bij het verbod op tabaksreclame, dat rekening houden met wetenschappelijke risico's en het voorzorgsbeginsel toepassen moeilijk blijven. Zich rekenschap geven van risico's kan bovendien besluitvormingsprocessen doen vastlopen. Dat blijkt uit de gevalsstudie over de beschermde zeegebieden. Terwijl wetenschappelijke studies belangrijke hulpmiddelen zijn om duurzame-ontwikkelingsmaatregelen voor te bereiden, kunnen ze ook dienen om de aanvaarding van een maatregel te vertragen.

Het blijft moeilijk om in een beleidsproces rekening te houden met wetenschappelijke onzekerheden en risico's. Dat stuit op een gebrek aan methodologische hulpmiddelen en op de moeilijkheid om het voorzorgsbeginsel concreet toe te passen.

5.4.2 Instrumenten om risico's te objectiveren

Een betere informatieverzameling en -behandeling, onder andere via indicatoren voor duurzame ontwikkeling, zou helpen om op de methodologische instrumenten aan te vullen. Die dienen om de integratie van het beleid te bevorderen.

Het plan legde een richtsnoer vast (§ 783) over een aantal verbintenissen inzake indicatoren voor duurzame ontwikkeling. Op grond daarvan moest de regering in de loop van het jaar na de aanvaarding van het plan een lijst voorleggen. Die moest de uitdagingen van het plan opsommen met de overeenkomstige indicatoren die beschikbaar of in opbouw zijn of nog ontwikkeld moeten worden. De regering moet ook toezien op de versterking van de wetenschappelijke steun en de coördinatie van die opdracht. Voor het volgende plan geschreven wordt moet ze beschikken over een boordtabel van samenhangende indicatoren. Het richtsnoer verduidelijkt zelf: "Die indicatoren zijn nodig om het Plan te kunnen toepassen en de opvolging ervan te organiseren, onder andere in de tweejaarlijkse federale rapporten."

De afwezigheid van indicatoren en zelfs ruwe data verhindert de kennis en opvolging van sommige problematieken. Dat is zeker het geval voor beroepsziekten in België. De productiestrategieën stuiten ook op een probleem van ontbrekende gegevens. Voor de sociale economie zijn de gegevens om de doelen die de regering stelde niet beschikbaar. Zelfs in het geval van geldende internationale overeenkomsten zoals het Klimaatverdrag is België niet in staat gebleken om gegevens van voldoende kwaliteit voor te leggen over de uitstoot van broeikasgassen. Die leemtes zijn tegelijk een tekortschieten bij de naleving van verplichtingen als een belangrijke rem op de evaluatie van het beleid inzake duurzame ontwikkeling.

Indicatoren voor duurzame ontwikkeling zijn onder andere een communicatiemiddel en een analyse-instrument voor het beleid inzake duurzame ontwikkeling. Er zijn enkele initiatieven die de bespiegelingen over duurzame-ontwikkelingsindicatoren doen evolueren.

5.4.3 Versterking van de wetenschappelijke basis voor beslissingen

De problematieken van duurzame ontwikkeling bevinden zich op het raakvlak van twee of drie componenten van duurzame ontwikkeling. Het beheer van onzekerheden ter zake beroept zich dus op verschillende wetenschappelijke disciplines. Pluridisciplinaire benaderingen zijn een manier op die onzekerheden te begrijpen.

Een richtlijn van het plan legt een aantal verbintenissen vast over pluridisciplinariteit. Die bevatten:

Sinds het verschijnen van het eerste Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling, bevat het podo ii een opmerkelijke inspanning om de wetenschappelijke basis voor beslissingen uit te breiden. Dat tweede plan werd aanvaard vóór het Federaal plan inzake duurzame ontwikkeling. Het kon dus geen rekening houden met het bovengenoemde richtsnoer. Maar ook in de rapporten van de icdo-leden is er geen spoor van inspanningen om de samenwerking tussen wetenschappelijke en vormingsinstellingen te verbeteren. Ze vermelden evenmin dat instrumenten ontwikkeld werden om ernstige of onomkeerbare risico's aan te tonen. Hetzelfde geldt voor de evaluatiemethodes over kosten en baten van maatregelen om risico's te beheren. Bovendien steunde de regering niet de betere kennisverspreiding samen met de gemeenschappen.

1Dat sluit echter niet uit dat wettelijke instellingen het beheer van deze risico's op zich nemen zonder dat dat blijkt uit de jaarlijkse beleidsnota's.

  PreviousNext
  PreviousNext

Bureau fédéral du Plan - Federaal Planbureau [ http://www.plan.be ] - Please send your comments or remarks to webmaster@plan.be