Printable version (PDF) |
5.5 Participatieve benadering
Het eerste rapport stelde vast dat in geen enkel mechanisme voorzien is om tussen de adviesraden bruggen te creëren. Die zouden de adviezen van het maatschappelijk middenveld aan de regering coherenter maken en zo hun kans op succes vergroten. Het meldde ook dat grote maatschappelijke groepen zoals vrouwen, jongeren en allochtonen geen eigen vertegenwoordiging hebben in de adviesraden die voor duurzame ontwikkeling van belang zijn. In het algemeen blijft de besluitvorming gekenmerkt door weinig inspanningen om de ontwikkelingsopties op participatieve basis te verduidelijken. Het rapport plaatste evenwel onder het voetlicht dat de overgang naar een duurzame ontwikkeling zo'n verduidelijking nodig heeft. Volgens het rapport kan de uitvoering van een duurzame ontwikkeling de Belgische bevolking opnieuw motiveren tot solidariteit rond verantwoordelijkheden en ultieme doelen die gemeenschappelijk zijn voor de hele wereldbevolking.
Zijn de consultatiemechanismen geëvolueerd op een manier die toelaat om een groter aantal maatschappelijke groepen erbij te betrekken? Zijn er bruggen geslagen tussen de verschillende consultatiemechanismen op een manier die hun coherentie en efficiëntie verbetert? Laten de besluitvormingsmechanismen plaats voor een verduidelijking van de ontwikkelingskeuzes?
5.5.1 Coherentie van adviezen en vertegenwoordiging van de grote maatschappelijke groepen
Er zijn geen inspanningen geleverd om in de loop van de bestudeerde periode iets te doen aan de afwezigheid van overbruggingsmechanismen tussen adviesraden die het eerste rapport vaststelde.
Er is ook geen actie genomen om in de bestudeerde periode de vertegenwoordiging van grote maatschappelijke groepen te bevorderen die er nog niet vertegenwoordigd waren. Meer specifiek zijn in de frdo nog steeds een aantal groepen die Agenda 21 vermeldt, niet vertegenwoordigd.
5.5.2 Inspanningen voor informatie
Het richtsnoer van het plan over de deelname en verantwoordelijkheid van de actoren stelt tot doel voor een representatieve en evenwichtige participatie: het creëren van een maatschappelijk draagvlak voor het gevoerde beleid en een verrijking van het beleid via de confrontatie van verschillende visies.
Zo'n participatie is ook nodig om basisindicatoren te kiezen. Ze moet steunen op een beter informatie, vorming en bewustmaking, vanaf de eerste stappen in de uitwerking van een beleid. Het richtsnoer beklemtoont bovendien de vrijwillige deelname van alle actoren om de consumptie- en productiewijzen te veranderen: producenten door andere productiewijzen aan te nemen, consumenten via de keuze van hun aankopen en de overheid door een algemeen kader aan te bieden via aanmoedigingen, infrastructuur, begeleiding enzovoort.
In de antwoorden van de departementen op de rondvraag over de transversale aspecten van de uitvoering van het plan zijn er weinig meldingen van inspanning ter zake. Enkel het Ministerie van Economische Zaken meldt informatiecampagnes voor de bevolking en de ondernemingen over zowel energie als over duurzame ontwikkeling in het algemeen.
De antwoordindicatoren uit deel 2 getuigen daarentegen van de deelname van een deel van de bevolking aan een verandering in de consumptie- en productiewijzen.
5.5.3 De participatieve dimensie in het besluitvormingsproces
Uit de evaluatie in deel 3 blijkt dat er op federaal niveau een grote diversiteit bestaat aan participatiemechanismen. De participatie kan wettelijk bindend zijn of niet, ad hoc of structureel, verlopen via grote adviesorganen of niet enzovoort. Duidelijkheid ontbreekt over wie waar waarover gehoord moet worden. De vele mogelijkheden laten ruimte voor beïnvloeding van het resultaat. Richtlijnen die inspraakprocessen verduidelijken zijn dus nodig om een vertekend gebruik van de adviezen te vermijden. Ze zouden toelaten om de middelen die aan participatie besteed worden, beter te gebruiken.
De gevalsstudies in deel 3.3 gaan in op de verschillende etappes van het beleidsproces. De rol van participatie is verschillend voor elk van die etappes. In een eerste etappe kunnen maatschappelijke groepen en politieke partijen de maatschappelijke noden en belangen op de politieke agenda plaatsen. De volgende etappe, waarin de beslissingen een concretere vorm aannemen, is minder bekend bij de actoren van het maatschappelijke middenveld. De rol van participatiemechanismen in die intermediaire etappe is echter even belangrijk. In een later stadium becommentariëren diezelfde actoren plannen en besluiten, onder meer in de media. Bij de uitvoering van het beleid kan participatie de betrokken maatschappelijke groepen de gelegenheid geven om verantwoordelijkheid op te nemen om het beleid te helpen verwezenlijken. De al genoemde richtlijnen zouden dus het geheel van het beleidsproces moeten omvatten.
Als België het Verdrag van Aarhus inzake toegang tot informatie, openbare deelneming aan de besluitvorming en toegang tot de rechtspraak in milieukwesties ratificeert en uitvoert, kan dat als aanzet dienen om zulke richtlijnen op te stellen.
Bureau fédéral du Plan - Federaal Planbureau [ http://www.plan.be ] - Please send your comments or remarks to webmaster@plan.be |