Printable version (PDF) |
2.4.3 Sociale economie: plaats van de sociale inschakelingseconomie in België
De sociale economie, meer bepaald de sociale inschakelingseconomie, wordt steeds belangrijker in het geheel van de economische activiteit. Als antwoord op verscheidene sociale kwesties draagt ze bij tot de creatie van bedrijven, tot de werkgelegenheid en tot de integratie van minderbedeelden. De acties van ondernemingen situeren zich vooral op het vlak van sociale hulp.
Definitie
Onder de algemene noemer van de sociale economie, kan de sociale inschakelingseconomie worden onderscheiden. Deze sector, in het algemeen gesubsidieerd, biedt aan kansarme deelnemers (bv. laaggeschoolden of langdurig werklozen) een baan aan, al dan niet gecombineerd met een opleiding. Afhankelijk van het type erkenning, gaat het om een tijdelijke of permanente job. Die erkenning houdt in dat deze bedrijven van de overheid een specifieke, reglementair bepaalde opdracht gekregen hebben.
Beschutte of sociale werkplaatsen bieden aangepaste banen voor personen met lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen of voor personen die leven in een specifieke probleemsituatie. Invoegbedrijven richten zich tot bepaalde categorieën werkzoekenden. Deze werkvormen bestaan in heel België. De zogenoemde Kringloopcentra, actief in Vlaanderen, stellen personen tewerk met weinig kansen op de reguliere arbeidsmarkt. Ze richten zich op recyclage en afvalverwerking. De zogeheten "Organisations d'insertion socio-professionelle" en de "entreprises" of "ateliers de formation par le travail" zijn actief in het Franstalig landsgedeelte. Ze bieden ook een aangepaste opleiding en baan aan personen met weinig kansen op de arbeidsmarkt.
Situatie en trend
Voor 2000 wordt het aantal ondernemingen dat actief was in de sociale inschakelingseconomie geschat op 820. Voor 694 ondernemingen zijn centraal geregistreerde gegevens beschikbaar. Van deze bedrijven werken er 382 met een erkenning. Figuur 2.40 geeft een overzicht van het aantal ondernemingen naar type erkenning. Figuur 2.41 toont dat tussen 1995 en 2001 het aantal kringloopwinkels en het aantal tewerkgestelden daar aanzienlijk is gestegen.
Uit tabel 2.7 blijkt onder meer dat 52 000 personen of 42 000 voltijdsequivalenten in 2000 in de sociale inschakelingseconomie werkten. De activiteiten van de 694 bedrijven waarvoor centraal gegevens beschikbaar zijn, situeren zich vooral in het domein van de sociale hulp (bejaarden- en gezinshulp).
De sociale inschakelingseconomie richt zich op markten die soms heel specifiek zijn, zoals recyclage en afvalverwerking. De groei van het aantal ondernemingen actief in de sociale inschakelingseconomie hangt enerzijds af van de mate waarin personen uitgesloten zullen blijven van de arbeidsmarkt. Anderzijds hangt die groei af van hoe de individuele en collectieve vraag naar specifieke diensten (aangepaste persoonsverzorging voor ouderen, recyclage) zal evolueren.
Relevantie voor een duurzame ontwikkeling
De verdere ontwikkeling van de sociale economie die de indicatoren tonen, is gunstig voor een duurzame ontwikkeling in de mate ze dat kan bijdragen tot de uitbanning van armoede (zie 2.3.7 en 2.3.8) en tot de omvorming van de maatschappelijke consumptie- en productiepatronen naar een duurzame ontwikkeling. De bijdrage van de sociale economie tot de werkgelegenheid komt tegemoet aan een maatschappelijk probleem: de werkloosheid. Dat blijkt uit de gegevens over langdurige werkloosheid in 2.3.8: een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking is uitgesloten van de reguliere arbeidsmarkt. De sociale inschakelingseconomie tracht hen, maar ook andere risicogroepen zoals bestaansminimumtrekkers, een aangepaste baan te geven. Hiernaast beoogt ze ook een betere individuele leefkwaliteit: het verhogen van het persoonlijk inkomen, een kleinere afhankelijkheid van ambulante hulpverlening, een stijging van de eigenwaarde en een beter dagritme.
Doelstelling
Het samenwerkingsakkoord over sociale economie tussen alle Belgische overheden beoogt een verdubbeling van het aantal arbeidsplaatsen tijdens deze legislatuur in de sociale economieprojecten erkend door de bevoegde overheden. Daarnaast wil het dat de verhouding tussen de werkzoekenden en bijstandstrekkers deelnemende aan deze projecten gelijk is aan deze verhouding in de globale populatie. Cijfers om deze doelstellingen na te gaan zijn nog niet beschikbaar (zie 3.2).
Bureau fédéral du Plan - Federaal Planbureau [ http://www.plan.be ] - Please send your comments or remarks to webmaster@plan.be |