PreviousNext  
PreviousNext  
Printable version (PDF) 

2.3.4 Gezondheid: evolutie van de levensverwachting in België en in de wereld

De levensverwachting dient hier om de gezondheidstoestand van de bevolking te omschrijven. De hogere gemiddelde levensverwachting bij de geboorte in België en in de wereld weerspiegelt een verbetering van de menselijke gezondheid. Toch delen alle inwoners van planeet niet in die verbeteringen. Ongelijkheden inzake levensverwachting in goede gezondheid bestaan ook in België.

Definitie

De levensverwachting bij de geboorte is het aantal nog te verwachten levensjaren voor een pasgeborene indien het dan geldende sterftecijfer gedurende zijn of haar hele leven ongewijzigd zou blijven. Dat wordt hier berekend voor 1970 en 1997 door een onderscheid te maken tussen de landen waar de menselijke ontwikkelingsindex (moi, human development index) hoog is (bv. België), gemiddeld of laag (zie figuur 2.26). De moi, die de vn publiceren binnen hun ontwikkelingsprogramma (undp), wordt berekend door de levensverwachting bij de geboorte, een scholingsindex en een inkomensindex (reeel bbp, gebaseerd op de koopkrachtpariteiten) te combineren.

De berekening van de levensverwachting in goede gezondheid (voorgesteld in figuur 2.27) is het aantal jaren dat mensen kunnen leven zonder gezondheidsproblemen te ervaren die hen ervan weerhouden hun gezondheid als bevredigend te beschouwen. Ze wordt hier gegeven voor mannen ouder dan 25 jaar. Dat is ouder dan de leeftijdscategorie met talrijke sterfgevallen door ongeval of zelfmoord. De figuur 2.27 toont dus de leeftijd die deze personen zouden kunnen bereiken volgens hun opleidingsniveau, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de jaren waarbij deze personen leefden met een goede gezondheid en met een slechte gezondheid.

Situatie en trend

Wereldwijd stijgt gemiddeld de levensverwachting. Toch hebben de landen met de laagste moi de achterstand die ze bijna 30 jaar geleden hadden op de landen met een hoge moi, niet weggewerkt. Zo'n 300 miljoen mensen leven in 16 landen waar de levensverwachting gedaald is tussen 1975 en 1995 (in sommige voormalige sovjetrepublieken met vijf jaar in acht jaar tijd1). De levensverwachting verschilt ook tussen de bewoners van een zelfde land, naar hun opleidingsniveau. In België bedraagt het verschil tussen de hoogste en de laagste scholingsgraad vijf jaar voor mannen en drie jaar voor vrouwen2.

Een langere levensduur moet ook bewerkstelligd worden door goede gezondheidsomstandigheden te waarborgen. De indicator over de levensverwachting in goede gezondheid maakt het mogelijk de kwaliteit van de levensduur te evalueren. Enquêtes tonen aan dat de levensduur in goede gezondheid stijgt met het sociaal-economische niveau: hoe hoger het inkomen van een individu, hoe hoger de levensverwachting in goede gezondheid. Er zijn diverse oorzaken voor die verschillen: toegang tot betere zorgverlening, levens- en werkomstandigheden, leefgewoonten. Roken bijvoorbeeld, wordt beschouwd als de oorzaak van meer dan de helft van het mortaliteitsverschil tussen volwassen mannen die behoren tot de hoogste sociaal-economische categorie en mannen die deel uitmaken van de laagste categorie3 (zie ook 2.2.4).

Relevantie voor een duurzame ontwikkeling

De indicatoren tonen de ongelijkheden bij zowel de wereldwijde levensverwachting stricto sensu als bij de levensverwachting in goede gezondheid tussen de sociaal-professionele categorieën in België. Die zijn verontrustend. De levensverwachting hangt immers af van de levensomstandigheden (o.m. voeding, toegang tot zorgverlening, oorlogen, ongevallen, geweld, verontreiniging, werkomstandigheden, roken). De verschillen wijzen op de geringe invulling van de basisbehoeften vooral in de ontwikkelingslanden en op de problemen met de huidige consumptie- en productiepatronen in de industrielanden.

De grote ongelijkheden op het vlak van de levensverwachting in goede gezondheid tussen de verschillende sociaal-professionele categorieën beperken bovendien de individuele en collectieve ontwikkelingsmogelijkheden. De jaren in slechte gezondheid zijn immers zowel economisch als sociaal een dure aangelegenheid voor de gezinnen, de bedrijven, de sociale zekerheid.

Doelstelling

Het recht op gezondheid staat in de Verklaring van de Rechten van de Mens (art. 25 : "ieder heeft recht op een levensstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin"), in art. 23 van de Belgische Grondwet en in het Verdrag van Amsterdam (art. 152, ex 129: "Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd."

1who (2001) Poverty and Health. Evidence and action in who's European Region. eur/rc51/8.

2Bossuyt N. & Van Oyen H. (2001). Gezondheidsverwachting volgens socioeconomische gradiënt in België. Brussel: Instituut voor Volksgezondheid.

3Bossuyt & Van Oyen. idem.

  PreviousNext
  PreviousNext

Bureau fédéral du Plan - Federaal Planbureau [ http://www.plan.be ] - Please send your comments or remarks to webmaster@plan.be