In de wereld van de ontwikkelingssamenwerking bestaat er een spanningsveld tussen humanitaire hulp en traditionele ontwikkelingshulp. Humanitaire hulp wordt gegeven na een humanitaire ramp, is gericht op de korte termijn en heeft als voornaamste objectief het redden van levens en het verzachten van menselijk leed. Traditionele ontwikkelingshulp daarentegen beoogt structurele veranderingen op de lange termijn die voornamelijk de armen op een hoger en vooral meer duurzaam niveau moeten tillen.
Sinds geruime tijd is men nu al aan het zoeken naar manieren om die twee vormen van hulp met elkaar te verbinden. Die verbinding wordt in het jargon “the nexus” genoemd, maar die betrachting is uiteraard geen sinecure gezien de verschillende objectieven van de twee hulpvormen. En daarom dat het zoeken naar “the nexus” vaak eerder op een zoektocht naar de heilige graal leek, waarbij het vooral bij een concept zou blijven, dan op een daadwerkelijk manier het conceptuele te overstijgen en acties te vinden die mekaar kunnen versterken.
En toch hebben we in Tanzania een voorbeeld van “the nexus” gerealiseerd. In Kigoma – een regio in het westen van Tanzania – worden lokale boeren nu al geruime tijd ondersteund door de Belgische ontwikkelingssamenwerking bij het planten, oogsten en vermarkten van rode bonen, maar dit jaar wordt de hele oogst verkocht aan World Food Program. Dit is een internationale humanitaire actor die de bonen zal verdelen in de vluchtelingenkampen van Nyarugusu, Mtendeli en Nduta, waar hoofdzakelijk Burundezen en Congolezen zijn ondergebracht. Dit is “the nexus” in de praktijk!
Die koppeling geeft ook een sterk politiek signaal aan het huidig Tanzaniaans regime, want die verwijten de internationale gemeenschap te veel te focussen op de vluchtelingen en te weinig op de lokale bevolking. Met de totstandkoming van “the nexus” in Kigoma wordt dit argument uiteraard ondergraven. Het is voor iedereen win-win!
Peter
Een inspirerend verhaal, te delen
goed voorbeeld van hoe we verder samenwerken
Inderdaad, erg inspirerend.
Schitterend initiatief !
P.S. Alweer uit mijn spam gehaald maar de volgende keer probeer ik uw tip!
“Het is voor iedereen win-win!”
Een zeer interessante en inspirerende ontwikkeling vanwege zijn duurzaamheid.
Geweldig Peter !
Ik weet dat we destijds met funding van BSF met TRIAS ook projecten in Muleba en Bukoba uitvoerden alleen in eerste instantie gericht op de vluchtelingen. Maar de vanilla boeren en Mali juice zijn er nog steeds…dus op lange termijn was het toch voor de lokale bevolking
Dag Peter,
Goed gewerkt, maar het gebeurt nog te weinig. Toen ik in de DRC was (2003-2006) hebben wij ook aangedrongen bij WFP om bij de lokale boeren en programma’s aan te kopen. Dit is gedeeltelijk gelukt op dat moment.
Toch is dat nog niet een echte nexus want daar is het eerder dat we van niet-duurzame humanitaire hulp verder groeien naar duurzame ontwikkeling. Blijft nog altijd zeer moeilijk.
Ik echo de vorige bijdragen, de beschreven samenwerking is een bron van inspiratie en een positieve boodschap. Maar het zal interessant zijn om te zien hoe duurzaam het is, eenmaal het project stopt en het geld niet meer komt. Duurzaamheidsstudies (ook wel project evaluatie genoemd) worden traditioneel gedaan een paar maand voor het project stopt. Als je de echte impact wilt zien, doe dan eens een evaluatie een jaar nadat het project gestopt is.
De termen “humanitaire hulp” en “traditionele ontwikkelingshulp”, veel gebruikt naast andere ronkende termen in de ontwikkelingssamenwerking. Maar wat verstaan we daar onder; hoe ik het verstond/versta: “Humanitaire hulp” is kort en verzacht een welbepaald leed en tijdens de humanitaire hulp wordt er dan gezocht naar duurzame oplossingen om de humanitaire hulp zo vlug als mogelijk overbodig te maken. Het WFP deelt al jaren (tientallen misschien zelfs) rijst uit en melkpoeder (ik kom daar op terug) etc..aan de ‘hongerige’ bevolking want keer op keer “mislukken de oogsten”. Intussen is er structureel niet veel veranderd, dus blijft WFP uitdelen, weliswaar onder andere noemers zoals ‘school feeding programmes, uitzonderlijk arme families, destitutes etc.. .Projecten komen en gaan, en eenmaal de funding stopt is er een domino effect. Maar, ook traditioneel, dan komt e r wel weer een nieuw project en alles herbegint.
“Traditionele” ontwikkelingshulp; waarom is dit traditioneel? Omdat we het altijd zo gedaan hebben en nog steeds niet begrijpen dat het niet werkt? Waarom niet een term als ‘structurele” of “duurzame” gebruiken? En laten we “ontwikkelings” en “hulp” ook maar meteen vervangen door “investering”. Het antwoord blijf ik schuldig, maar is men niet een beetje bang van dergelijke termen? Ik pleit voor een soort industriële interventie, private investments, projecten die geld opbrengen ipv kosten, die mensen aan het werk zetten in sectoren die ze kennen en waarin ze zelf iets opbouwen, niet omdat ze jarenlang een toelage krijgen van een project, en dan verder onder de armoede grens terugvallen dan voordien, eenmaal de toelagen (het project) stopt. Dergelijke investeringen gebeuren dat weet ik ook, maar nog steeds op een te kleine schaal. Is men bang on zijn ontwikkelingsjob te verliezen? En, is de landbouw in Europa ook niet gegroeid door te industrialiseren (ik weet het: niet alles is positief eraan), en was dit niet nodig om de groeiende bevolking te voeden. Afrika is daarop geen uitzondering.
Melkpoeder : we werken met een Belgische dairy groep al een goede twee jaar aan haalbaarheidsstudies voor opstarten van een purely private (industrial) melk productie bedrijf. Klein beginnen met 100 koeien, soort proof of concept. Volledig Europees management en lokale werknemers met een goede opleiding, continue vorming en een meer dan goed salaris, en, een lokaal product dat betrouwbaar is en gewild, verse gepasteuriseerde melk die nog kan stremmen want zo hebben ze het hier graag. Tijdens alle consultaties in waren we ook bij WFP en we vonden in hen ook een potentiële partner om melk op te kopen en te verdelen in hun scholen en aan de bevolking die het nodig heeft, nu gebruiken ze de door EU gedumpte melkpoeder. Kostprijs van onze proof of concept : 10 M euro. Is dat veel ? Met 15-20% return on investment. Is dat (te) weinig? Als iemand weet heeft van 10 M euro om te investeren, dan hoor ik het graag ! Feasibility en financial plan beschikbaar.