Ik zag hem reeds van ver staan: de man met de talloze doosjes Kleenex onder de arm. Net wat ik nodig heb, nu ik gezegend ben met een verkoudheid. Ik draaide mijn autoraam open en vroeg in Swahili wat de prijs was: “bei gani?”. Hij antwoordde me: “Elfu mbili,” en voegde er in het engels aan toe: “Five thousand shilling”. Ik lachte en gaf hem tweeduizend, want dat was de prijs die hij het eerst in Swahili had vernoemd. Mijn taallessen laten zich afbetalen.
Op de schildersmarkt ga ik een paar kleinoden afhalen die mijn echtgenote eerder had besteld. Er was al een voorschot gegeven maar er diende nog een restant van 10.000 Shilling betaald te worden. Toen ik mijn portefeuille bovenhaalde, beweerde de verkoper bij hoog en bij laag dat het restant 15.000 was. “Goed”, zei ik, “laten we eerst eens mijn vrouw opbellen en horen wat het restant is.” “Dat hoefde nu ook niet,” antwoordde hij, “en 10.000 was goed!”. Ik lachte om zijn sch(r)aapachtigheid.
Peter
Voor de blogs : asante sana!
Leuk en herkenbaar. Maar vooral impressed met je kennis van het Swahili op zo een korte tijd…! Ja altijd leuk als je hier en daar een woordje kunt meeklappen. En papieren zakdoekjes, altijd nuttig in tijden van Corona..na de mondmaskers misschien binnen kort ook uitgeput.