De temperatuur is wat gezakt, en dus kunnen we ons met ernstiger zaken bemoeien. Heb je ooit onderstaande grafiek gezien? Door zijn speciale vorm lijkt het wel op een olifant met een opstaande slurf. Het is de curve van Branko Milanovic, een toonaangevende econoom op het gebied van ongelijkheid.
Welnu, de horizontale as stelt de mondiale inkomensverdeling voor (van het armste ventiel, op 5, tot het rijkste mondiale percentiel, op 100). De verticale as stelt de cumulatieve groei van het reëel inkomen tussen 1988 en 2008 voor, in procenten uitgedrukt.
Laten we maar eens beginnen bij punt C. Dat stelt de cumulatieve inkomensgroei voor van de bovenste 1% in de mondiale inkomensverdeling. Het betreft hier de allerrijksten. Zij die een volledig hotel afhuren in plaats van een kamer als ze zich verplaatsen. Die kleine groep is er op 20 jaar tijd met ongeveer 65% op vooruit gegaan. Let wel: 20 jaar terug hadden ze al een gigantisch fortuin, en 65 % daarbovenop is voorbij gigantisch (woorden schieten te kort).
Ook punt A is interessant. Meer nog, het gehele gebied van het 40ste percentiel tot het 60ste percentiel, wat overeenkomt met een vijfde van de wereldbevolking, heeft een cumulatieve groei van meer dan 60% gekend. In 9 van de 10 gevallen gaat het om mensen uit de opkomende Aziatische economieën, vooral China, maar ook India, Thailand, Vietnam en Indonesië.
Mijn vraag: wie behoort volgens jou tot de groep rond het tachtigste percentiel? En welke conclusie verbind je daaraan?
Peter
Peter, in je zogenaamd vraagstuk schuilt een aanklacht, een aanklacht tegen ongemene ongelijkheid. En ik begrijp je aanklacht.
Maar ik begrijp niet hoe die ongemene ongelijkheid kan overleven. In het westen voelen de aller rijksten zich geruggesteund door een democratisch systeem (de meerderheid bepaalt de mate van herverdeling) en in het oosten voelen de aller rijksten zich geruggesteund door een communistisch systeem (het volk bepaalt de mate van herverdeling). Blijkbaar zijn beide systemen een goede biotoop voor de aller rijksten.
Het is een mooie troost dat de wereld in z’n geheel erop vooruit gaat, ondanks de ongemene ongelijkheid.
Is dat de middenklasse uit de 1ste en de 2de wereld? Die aanvoelt, en terecht blijkbaar, dat de inkomensgroei in de voorbije 30 jaar grotendeels aan haar voorbij is gegaan (maar quid voor de periode van 30 jaar die aan deze olifant vooraf gaat?). Maar de boosheid daarover vreemd genoeg gaat vooral uit door naar de mensen in het lijf van de olifant te trappen (je zou toch ook blij kunnen zijn dat mensen die het minder goed hebben, relatief meer inkomen verwerven en zo de ongelijkheid doen afnemen?), in plaats van zich af te vragen waarom de meer gegoeden in de slurf er nog veel rijker op worden.
Goed gezegd Thor en Tom, eigenlijk moeten we blij zijn met de vooruitgang in de opkomende Aziatische economieën. Het heeft veel mensen uit de armoede getrokken.
Punt B komt overeen met de quasi inkomensstilstand van de lage middenklasse in de rijke landen. Daar mag uiteraard wel nagedacht worden over een meer eerlijke verdeling binnen die landen.