Er is net een interessante paper uit van het Bureau van de Mensenrechten (UN OHCHR) over de aanvallen op hospitalen en de toepasbare rechtspraak. U vindt deze paper << hier >>. Het is duidelijk dat deze korte paper ingegeven werd door de recente vernielingen van medische eenheden in Syrië, inzonderheid Aleppo. Het objectief van deze paper is het bijbrengen/herhalen van kennis over het toepasbaar recht in geval van aanvallen op medische faciliteiten opdat die in de juiste bewoordingen zouden worden veroordeeld.
Kort samengevat ziet het toepasbaar recht er als volgt uit:
In termen van wettelijke toepasbaarheid is het conflict in Syrië te beschouwen als een niet-internationaal gewapend conflict (“… the treshold of involvement necessary to be classified as an international conflict is generally considered as not having been met in Syria”). En dus zijn de Syrische overheid en de andere partijen betrokken bij het conflict gebonden door het internationaal humanitair recht dat van toepassing is op een niet-internationaal gewapend conflict.
Intentionele (opzettelijke) aanvallen op hospitalen en/of plaatsen waar de zieken en gewonden verzameld worden zijn verboden, op voorwaarde echter dat die plaatsen geen militair objectief vormen. Opzettelijke aanvallen zijn te beschouwen als oorlogsmisdaden. Enige uitzondering is dus wanneer de hospitalen gebruikt worden voor daden die de vijand schade kunnen berokkenen.
Er zijn ook gevallen waarbij medische eenheden niet opzettelijk zijn beschadigd, maar waar er zich toch schendingen van het internationaal humanitair recht voordoen. Aanvallen waarvan de betrokken partij wist dat ze excessieve schade, veel burgerslachtoffers of veel burgergewonden zouden veroorzaken, constitueren oorlogsmisdaden. Zijn eveneens schendingen van het internationaal humanitair recht als de aanvaller geen rekening houdt met de principes van:
– ‘onderscheid’ (o.a. tussen burgers en strijders);
– ‘proportionaliteit’ (tussen berokkende schade en het verkregen militair voordeel);
– en de ‘voorzichtigheid’ bij de aanval (burgerbevolking en civiele objectieven moeten zoveel mogelijk gevrijwaard worden).
En tot slot heeft iedereen onder de internationale mensenrechten het recht op gezondheid (… “everyone has the right to the highest attainable standard of physical and mental health”). Het is een schending van de mensenrechten als een staat volgende verplichtingen niet nakomt: toegang verlenen tot gezondheidsfaciliteiten, toegang verschaffen tot kwalitatief voedsel opdat niemand honger zou leiden, toegang tot onderdak, water en sanitatie, en toegang tot essentiële medicijnen.
Dat niemand moge zegge dat bombarderen van hospitalen tot de normale oorlogsvoering behoort.
Peter
Wat kan je hier op zeggen… Onze samenlevingen ontrafelen zich zo snel. We hebben geen tijd meer om verontwaardigd te zijn over zoveel onrecht. En we geloven niet meer in de kracht van de massa. Dus staan we verdeeld aan de zijlijn toe te kijken.
Peter,
En behoort de rest van die Syrische oorlog tot de ‘normale oorlogsvoering’?
Neen, uiteraard niet, maar het omgekeerde beweren dat als gevolg van een oorlog ook hospitalen sneuvelen – al dan niet als collateral damage – is uiteraard vele bruggen te ver.
Je zal eveneens opmerken dat het gebruik van de zogenaamde vaatbommen en meer recent de bunkerbommen volgens bovenstaande rechtsregels oorlogsmisdaden zijn, want disproportioneel, zonder onderscheid en zonder de nodige omzichtigheid.
Ik heb me evenwel in bovenstaand stukje beperkt tot hospitalen om daarmee aan te tonen dat hiermee de bodem in oorlogsvoering is bereikt. En evenzeer met de aanvallen op humanitaire konvooien.
ik volg astrid. stikken in verontwaardiging over syria, nigeria, sudan, en ga maar door … en hollen van werk naar thuis en bijscholing, en proberen lezen om een gefundeerde mening te vormen : krant, tijdschrift, allemaal gekleurd en geknipt, dieptejournalistiek … en tenslotte : ik sta erbij en ik kijk ernaar en ik kan soms janken van ellende maar ook daar wordt niemand beter van.