Het zegt u vermoedelijk niks: M * V = P * T. Dat hoeft ook niet, want u bent waarschijnlijk geen econoom. M * V = P * T is de ruilvergelijking van Fisher die in essentie zegt dat er een verband bestaat tussen de hoeveelheid geld in omloop (M) en het algemeen prijspeil (P). In Zimbabwe weten ze daar ondertussen alles van. De regering drukt geld bij met als enig gevolg dat de prijzen stijgen. En om die stijgende prijzen te kunnen volgen, wordt er weer geld bijgedrukt. Maar om het aantal bankbiljetten enigszins onder controle te houden, verhoogt men steeds de nominale waarde bij elke opeenvolgende druk.
Dit lijkt een proces dat eeuwigdurend kan doorgaan, maar is dat wel zo? Veronderstel bijvoorbeeld dat de man in het plaatje linksonder betaald wordt voor het versjouwen van geld en dat hij voor elke sjouwbeurt meer ontvangt dan hij kan dragen. Wat een vreselijk lot, want als een moderne Sisyphus kan hij op en af lopen, maar al zijn geld verzamelt hij nooit. Kinderarbeid lijkt dan de oplossing (plaatje rechts), waarbij de fooi voor elke sjouwbeurt minder moet zijn dan de hoeveelheid verplaatst geld.
In Zimbabwe is men evenwel ook op een andere grens gestoten: de kasregisters (plaatje midden) kunnen het aantal nullen niet meer aan. De Minister van Financiën heeft dan ook op 2 februari 2009 besloten, het biljet van 1.000.000.000.000 (biljoen) Zimbabwe dollar te vervangen door 1 Zimbabwe dollar. Evenwel bestaat de vrees dat als er niets verandert in de reële sfeer, de hele carrousel opnieuw op gang komt!
Peter
Beste Peter,
Zou het kunnen dat we mondiaal met analoge plaatjes te doen krijgen?
Als de regeringen banken, autobedrijven en andere noodlijdende firma’s ongelimiteerd blijven ondersteunen dan gebeurt iets gelijkaardigs denk ik: het geld ontwaard. Ik ben natuurlijk géén econoom maar mijn buikgevoel zegt dat er iets mis is. Overheidssteun moet kunnen maar niet tegen om het even welke prijs. Welke verantwoordelijkheid nemen de bedrijven op? Dient het geld dat ze krijgen onder meer om riante bonussen uit te keren of om nieuwe risicovolle beleggingen te doen? We hebben nood aan een frisse wind in onze maatschappij. Zal Obama het tij kunnen keren? Ik hoop het.
In je blog geef je de betekenis van M en P, maar waarvoor staan de andere twee symbolen?
Met lieve groet,
Mia
Die economen toch… vinden van alles uit.
Iedereen weet dat:
P = vermogen
V = volume
M = moment
T = tijd
En dan slaat deze hele formule op niets.
Filed under “ontwikkeling”
Voila.
Luc.
Jobs gaan verloren, dus daalt het bestedingsvermogen, dus daalt de vraag naar goederen en diensten, dus daalt de vraag naar productie, dus daalt het aantal beschikbare jobs, dus hebben we arbeiders teveel dus moeten de vrouwen terug thuis blijven zodat tenminste de mannen nog werk vinden, of andersom?
Vóór de recente financiële crisis was men tot de bevinding gekomen dat op wereldvlak de armoede (aantal personen met een inkomen minder dan 2USD/dag) gedurende de laatste 25 jaar was afgenomen. Dit gold niet voor het Afrikaanse continent. Daar was de armoede toegenomen. Maar ondanks het negatieve effect van Afrika, bleef het totaal effect op mondiaal vlak positief. Ik vond deze bevinging indrukwekkend. Armoede werd daardoor veeleer een typisch Afrikaans probleem. Op elke affiche die tot solidariteit met de arme bevolkingsgroepen oproept, staat dan ook een zwart gezicht. Blijkbaar terecht.
Jouw relaas over het financieel beleid van de Zimbabwe-overheid, illustreert deze bevinding treffend. Je legt de vinger op de wonde. Maar een échte diagnose blijft uit. De vraag: ‘Waarom heeft Afrika, in tegenstelling tot andere door armoede geteisterde regio’s in de wereld, gedurende de afgelopen decenia niet kunnen inhaken op een positieve evolutie aangaande het inkrimpen van de armoede?’ Nochtans heeft Afrika tal van troeven in handen waar de rest van de wereld op geilt.
Peter, je hebt de doos van Pandora geopend. Een appél op jouw deskundigheid is onvermijdelijk.
Oei, ik zal hier maar eens vlug antwoorden op de vraag waar de symbolen voor staan, vooraleer ik verdere suggesties krijg à la Man Vrouw = Problemen Troef, welnu dus:
M = hoeveelheid geld in omloop
V = omloopsneheid van het geld
P = index van het algemeen prijspeil
T = reëel BNP (som van alle geproduceerde goederen en diensten)
Ik ga even in het kort antwoorden op bovenstaande reacties, want ik had nooit gedacht dat een stukje over geldontwaarding in Zimbabwe tot zo’n fundamentele vragen zou leiden.
Mia heeft natuurlijk gelijk als ze met enige bezorgdheid aankijkt tegen de ongebreidelde overheidssteun aan banken, auto- en andere bedrijven. De kans op inflatie, en dus geldontwaarding, is reëel bij liquiditeitscreatie. Bekijk het echter van de positieve zijde: indien inflatie optreedt betalen we met zijn allen de prijs – in de zin van dalende koopkracht – voor een verkeerd beleid van enkele grootbedrijven. Maar dat is nog altijd beter dan het alternatief van massale werkloosheid als gevolg van het faillissement van die grootbedrijven die in hun zog een hele rits aan kleine en middelgrote onderaannemers zullen meesleuren.
Wat Guy met veel humor beschrijft is de Keynesiaanse theorie van neergang na een periode van hoogconjunctuur. Maar hier kunnen wel degelijk oorzaken in de reële sfeer aan vooraf gaan. Als gevolg van overinvesteringen (“over shooting”) blijven bedrijven met onverkochte stocks zitten. Dit leidt tot afdankingen, waardoor de vraag naar goederen en diensten afneemt, waardoor ontslagen volgen, waardoor de bestedingen nog meer afnemen, etc. Een typisch fenomeen waaraan vooral de autosector onderhevig is.
Thor, tenslotte raakt het hart van elke ontwikkelingswerker. Maar hier denk ik dat het antwoord eerder moet gezocht worden in de politieke economie. “What went wrong with Africa” door “Roel van der Veen” (door een historicus en geen econoom wat de leesbaarheid bevordert) is daarbij een goed boek (te verkrijgen bij Amazon). “In a nutshell”: nagenoeg alle Afrikaanse landen zijn premoderne maatschappijen gekenmerkt door een systeem van patronage (zeg maar clientelisme). Dergelijke maatschappijen kennen wel een interne dynamiek, maar die is gericht op de status quo, en niet op ontwikkeling. Als dergelijke landen geconfronteerd worden met grote veranderingen (totale stopzetting van donorsteun, drastische afname van overmakingen uit het buitenland, sterk stijgende olieprijzen, sterk dalende exportprijzen, dalende kredietwaardigheid, etc.) worden vaak als response verkeerde macro-economische beslissingen genomen (o.a. introductie van multipele wisselkoersen, bijdrukken van geld, prijscontrole, etc) met alle gevolgen vandien.
Beste Peter,
Bedankt voor je reactie. Toch denk ik dat je mijn opmerking niet helemaal begrepen hebt. Ik ben akkoord met overheidssteun, ook al brengt dat inflatie met zich mee. Maar overheidssteun moet volgens mij gepaard gaan met een vorm van controle over de middelen die ter beschikking gesteld worden. Zo bvb kan men beginnen met de riante bonussen aan banden te leggen maar men kan ook de auto-industrie dwingen om schonere wagens te maken. De massale investeringen die de overheden doen moeten volgens mij een toekomst-visie hebben. Investeringen in “sociale” economie, in milieuvriendelijke toepassingen, in energie-onafhankelijkheid en in een betere mobiliteit zijn enkele goede voorbeelden. Wat gaat de overheid doen als Monsanto in moeilijke papieren zit? Veel bedrijven hebben ook op milieu-vlak geweldige risico’s genomen. Vroeg of laat betalen we (en de derde wereld) daar ook een prijs voor. Nu krijgen de Zimbabwanen rugpijn van de zware vracht biljetten die ze moeten dragen, maar het zou me niet verwonderen dat ze ook nog andere gezondheidsproblemen krijgen…
Met vriendelijke groet,
Mia
Dag Mia,
Ik heb je niet verkeerd begrepen, meer nog: ik ben het helemaal eens met jou! Aan de steun die de overheid nu geeft, mogen best wat voorwaarden worden gekoppeld. Zo denk ik dat er terug een scheiding moet komen tussen investeringsbanken en banken voor spaarders. En als de autoindustrie ondersteund wordt, mag men best een verminderde uitstoot eisen. En als Monsanto ooit overheidssteun krijgt, mag men van mijn part de hele handel in de “terminator seeds” opdoeken.
Maar laat mij je nu eens – weliswaar op een ander niveau – uitdagen. Wat denk je van al die NGO’s die in ontwikkelingslanden projecten financieren? Nagenoeg 80% van al die financieringen komt van de overheid, en de overige 20% komt uit eigen middelen. Mag de overheid nu inspraak vragen in de planning van al die NGO-activiteiten?
Lieve groet uit Kampala
Peter
Waw, jij bent voor een miljard gaan eten! En was het lekker?
Zal morgen je stukje eens tonen aan mijn leerlingen. Dat gaan ze beter onthouden dan de theorie.
Is een oplossing bedenken niet beter en goedkoper dan al die bomen omhakken voor het drukken van geld? 😛
De oplossing zit hem in de Natuurkunde: Algemene Gaswet van Boyle & Gay-Lussac: pV=nRT, met:
p = druk (Pa) (Pascal)
V = volume (m³)
n = aantal mol van ideaal gas
R = gasconstante
T = absolute temperatuur
It’s physics, chap’s!
ph