De Europese Unie heeft op 16 mei 2023 een ontbossingsregulering aangenomen, de zogenaamde “EU Deforestation Regulation” (EUDR). Daarmee zijn we straks zeker dat een aantal producten die op de Europese markt gebracht worden niet aan ontbossing hebben bijgedragen. De regulering betreft volgende producten: hout, rubber, palmolie, sojaolie, cacao, koffie en vee, en geldt uiteraard ook voor de derivaten van deze producten.
Laten we nu even inzoomen op palmolie. Dankzij de nieuwe regulering kan m.i. nu de hele anti-palmolielobby op de schop en hebben etiketten zoals “palmolievrij”, “geen palmolie”, en de Engelstalige varianten hiervan geen enkele zin meer, want ze hebben het beoogde doel bereikt.
Bovendien vind ik dat het debat t.a.v. palmolie altijd vrij eenzijdig werd gevoerd, en wel omdat:
– de anti-palmolie hetze door sommige bedrijven uit puur commerciële redenen werd gevoerd;
– een land zoals Maleisië , de tweede grootste producent ter wereld van palmolie, toch nog steeds 54% bosbedekking heeft (ter vergelijking : Europa 46% en België 22%);
– er geen enkele andere olie is die per oppervlakte-eenheid zo’n hoog rendement behaalt als palmolie. Substitutie van palmolie door alternatieven zoals zonnebloemolie e.d. noodzaakt dus automatisch in gebruik name van nog meer landbouwarealen;
– het in het debat tot nog toe aan een zeker historisch bewustzijn ontbrak. De eerste commerciële palmolieplantage in Sumatra/Indonesië bijvoorbeeld werd opgezet door Adrien Hallet, een Belgische agronoom. Meer algemeen zijn het de Britten, de Nederlanders, de Belgen, kortom de Europeanen, die de palmoliecultuur hebben verspreid in Zuidoost-Azië;
– er naast de grote palmolieplantages in deze regio ook nog zo’n 500.000 kleine boeren rondlopen die voor hun bestaan afhankelijk zijn van palmolie;
– en voor een land als Maleisië de bijdrage van palmolie aan het BBP toch nog altijd zo’n 7% bedraagt.
Kortom: dankzij de recente EU regelgeving kunnen we er straks zeker van zijn dat de palmolie die verwerkt wordt in het schier oneindig aantal producten niet heeft bijgedragen aan ontbossing en dat moet ons toelaten om het debat over al dan niet palmolie op een minder emotionele en dus meer serene manier te voeren!
Peter
Hoe gaat men dat controleren?
Kunnen de kleine boeren die papierwinkel aan?
Peter,
Interessante post. Palmolie en dan ook nog eens de meest ongezonde olie voor onze cholesterol. In ons gezin, en dan vooral de familie van mijn vrouw, wordt heel veel palmolie geconsumeerd. De ‘beste’ schijnt, komt uit naburig Guinea Bissau. Maar wat doe ‘vee’ tussen het rijtje bomen/planten? Alhoewel de link tussen vee en ontbossing dan wel weer duidelijk is : na de gekke koeien ziekte mocht geen beendermeel meer aan koeien gevoederd worden, de intra-species recyclering werd verboden en moesten de melkveeboeren op zoek naar een andere eiwit bron. Dat werd dan maar soja bonen, op hun beurt dan weer een belangrijke oorzaak van de ontbossing, vooral in Brazilië. En inderdaad, hoe gaat ‘men’ dit controleren. Of deze regulering zal garanderen dat de opgesomde producten niet aan ontbossing hebben bijdragen dat blijft een groot vraagteken ! En Maleisië mag dan inderdaad een rijk bebost land zijn, een hele boel palmolie bomen samen is uiteindelijk ook een bos… 😊
@Dirk. Hoe gaat men dit controleren? Wel in Maleisië is men al vrij ver gevorderd voor wat betreft palmolie. Er bestaan hier twee soorten certificeringsmechanismen, afgekort RSPO en MSPO. Alle grote plantages (“the big boys”) gebruiken RSPO en een recente “gap analysis” tussen wat RSPO omvat en wat de EUDR vereist, leert ons dat mits enkele kleine aanpassingen de oliën van deze plantages zonder veel problemen naar Europa kunnen worden geëxporteerd. MSPO echter, dat meer wijdverbreid is, en dan vooral onder de “smallholders”, heeft nog meerdere tekortkomingen om aan de vereisten van de EUDR te voldoen. Evenwel hebben de EU en Maleisië nu samen een werkgroep opgericht om precies die gap tussen MSPO en de EUDR te overbruggen, en alzo de kleine boeren tegemoet te komen.
@Bart. Een heleboel palmoliebomen zijn geen bos! Een bos, in de context van de EUDR, is wel degelijk nauwkeurig omschreven, en dan vooral qua hoogte van de bomen.
Peter,
Je analyse is zeer interessant en leerrijk.
Sommige van je argumenten vind ik een beetje verrassend (en grappig).
Is het historisch feit dat de palmoliecultuur door Europeanen werd verspreid van enerlei tel om de opgang van palmolieplantages vanuit ecologisch oogpunt al dan niet aan banden te leggen? Met een metafoor: mag een geneesheer die rookt zijn patiënt er dan niet op wijzen dat roken ongezond is?
Is het % van het BBP een joker om aan ecologische afbraak te doen?
Niettemin, moet ik toegeven dat je wél een paar valabele argumenten naar voor schuift ter verdediging van de palmolie industrie.
Wat ik niet lees in je analyse is het % van biodiversiteit dat in Maleisië is verloren gegaan door de palmolie industrie. Heb je daar enig zicht op?
Het is een mooie diplomatische zet om ultiem in je betoog te wijzen op de noodzaak om het debat minder emotioneel en meer sereen te voeren. Maar ik merk toch op dat het voor jou evenmin gemakkelijk is om los te komen van je emoties en enige sereniteit te behouden. Ik pleit zelf ook schuldig.
@ Thor. Eerst en vooral… don’t get me wrong … ik ben een absoluut voorstander van de EU regelgeving ter zake, vooral omdat ik niet geloof in zelfregulering door consumenten of producenten.
Echter aan de onderhandelinstafel moet je “hard on the issue” zijn, maar “soft on the people”. Net als vele andere landen heeft Maleisië zich gecommitteerd tot “net zero emissions” in 2050. Ook de EUDR past overigens binnen dit kader. Dat is de “issue”. Daar wil je naartoe.
Maar “soft on the people” betekent dat je maar beter begrijpt met welke argumenten zij aan tafel komen en waarom dat zo is. In Maleisië is de autoriteit voor het palmoliedossier de Vicepremier afkomstig uit de deelstaat Kuching. En dat is de deelstaat die veel “smallholders” telt, m.a.w. dat is zijn politieke achterban. Bovendien onderhandelt hij voor geheel Maleisië, waarvan we ondertussen weten dat palmolie nog een aanzienlijke aandeel heeft binnen de economie (7% van het BBP). Elke maatregel die hier aan tornt, heeft onvermijdelijk politieke ramificaties (dat is bij ons ook zo, denk maar aan het stikstofakkoord en wat dit politiek heeft teweeggebracht in België en in Nederland en dat voor een landbouwsector die in zijn geheel minder dan 2% uitmaakt van het BBP). Verder loopt je vergelijking met de dokter enigszins mank, vooal als het dezelfde dokter is die jarenlang heeft beweerd dat roken precies goed was voor je “economische” gezondheid en je vele jaren lang adviezen heeft gegeven over hoe de produktie te optimaliseren (ik denk o.a. aan de vele missies van Belgische professoren van de landbouwfaculteit Ugent gespecialiseerd in “soul science”).
Over de aanslag op de biodiversiteit heb ik hier tot nog toe weinig gehoord, overigens aan gene zijde van het debat. Zou het kunnen dat dit tot de meer emotionele argumentatie behoorde van de anti-palmolie lobby?
Tot slot, met een beter begrip aan tafel voor elkaars standpunten geraken we m.i. verder. De tijd dat we als een dokter konden aantreden (met een eenzijdige kennis over wat de ziekte is en over hoe die best moet aangepakt worden) is definitief voorbij en wordt door onze partners ook niet meer aanvaard. Wat Maleisië wel misschien nog kan gebruiken zijn adviezen over slimme regelgeving die hun zal helpen hun internationale toezeggingen waar te maken.
Beste Peter,
De uitspraak “Roken is ongezond” is en blijft 100% waar, ook al is deze uitspraak geformuleerd door een kwakzalver die zelf rookt en zijn patiënten intertijd heeft aangespoord tot roken. Dat de patiënt hiermee in de knoop ligt, is begrijpelijk. Maar dat is voornamelijk een emotionele reactie. Deze metafoor toont aan dat je historisch argument voornamelijk een emotioneel argument is.
De anti-palmolie lobby is mij onbekend, eveneens haar argumenten. Ik ben zelf al in Maleisië geweest en ik was zeer onder de indruk van de uitgestrekte palmolie-plantages. Een aandachtig blik op Google-map leert dat Maleisië de zelfde weg is ingeslagen als haar westerse leermeesters, m.n. intensieve landbouwactiviteiten die hebben geleid tot ontbossing en versnippering van het landschap, inclusief ellenlange lintbebouwingen. Dit alles heeft onvermijdelijk een ecologische prijs. Net zoals bij ons. Dat je nog weinig hebt gehoord van de impact op de biodiversiteit, verontrust me danig. Het duidt mijn inziens op een blinde vlek in het debat. Ik hoop van harte dat er voldoende sereniteit heerst om die blinde vlek wetenschappelijk in te kleuren.
Volgens mij heb je het volkomen bij het rechte eind als je de palmolie-discussie in Maleisië vergelijkt met onze stikstof-discussie. Er wordt nog al gemakkelijk geschermd met % van het BBP. De portemonnee krijgt de bovenhand in het debat. Mijn inziens is dit eveneens zeer emotioneel. Het is een bekommernis van de huidige generatie die abstractie maakt van de consequenties voor haar nageslacht.
Maar eigenlijk had je betoog genoeg aan één ijzersterk argument, m.n. dat er geen enkele andere olie is die per oppervlakte-eenheid zo’n hoog rendement behaalt als palmolie. De andere argumenten zorgen mijn inziens voor teveel ruis op de boodschap. De bottom line is inderdaad dat we olie nodig hebben en dat de ecologische impact van palmolie wellicht het kleinst is vergeleken met de alternatieven. En voor dat inzicht bedank ik je hartelijk.
Ook voor ons in Suriname een zeer interessante discussie.