In Malaysia toeren twee automerken rond die we in Europa niet kennen: Perodua en Proton. Dit zijn eigen fabricaten, en de modellen van de stadsauto’s zien er steeds beter uit. Alleen kampen ook de Maleisische autofabrikanten, net zoals overal, met verstoorde aanvoerlijnen. Op een nieuwe auto is het meer dan een half jaar wachten.
Dus gaan wij voor een tweedehandse en gelukkig vinden we vrij snel een Perodua Ativa met een gering aantal kilometers op de teller. Nu wordt het interessant.
Ik vraag de verkoper: “Hoeveel discount kan ik krijgen op de aangekondigde prijs?”
Hij reageert verbaasd, kijkt me aan, en antwoordt vervolgens droogjes: “100 Ringgit”. Dat is iets meer dan 20 Euro. Gelukkig barst hij daarop in een lachsalvo uit waaruit ik versta dat het een grapje is en dat de vette vis nog moet nog komen.
Vervolgens maakt hij enkele ingewikkelde berekeningen op papier en doet een nieuw voorstel : “300 Ringgit”. En nu is hij zowaar bloedserieus!
Ik kijk hem niet begrijpend aan en doe nog een ultieme poging. Uiteindelijk bekom ik na veel vijven en zessen een reductie van 600 Ringgit. Dat is dan iets meer dan 100 Euro. Ik had me beter de moeite bespaard.
Pas later begrijp ik dat men in Maleisië niet de gewoonte heeft af te bieden bij officiële wagenverkopers. Een Europese of Afrikaanse ingesteldheid laat men best achterwege, al was het maar om de teleurstelling van een niet ingeloste verwachting te vermijden.
Peter
Proton was te koop in de UK tot voor wat jaren. Daarna zijn ze daar gestopt. Hebben die niet Lotus overgenomen?
Proton is intussen ten dele overgenomen door Geely (de eigenaar van o.a. Volvo). En dat kan je zien aan de modellen. Die zien er steeds beter uit, maar de Malei verkiezen wel nog altijd Perodua boven Proton.