Mijn goede vriend, Frank, en thans wonend in de Dominicaanse Republiek, heeft me op een idee gebracht. Op de eerste “post” van zijn “blog” heeft hij het over de afwezigheid van verkeersregels op dit Caraibisch eiland.
In tegenstelling tot de Dominicaanse Republiek zijn er in Oeganda wel degelijk verkeersregels, maar het vergt enige tijd om ze te doorgronden. Na 2 1/2 jaar rijden in Kampala ken ik toch al de drie voornaamste:
-
- de voorrangsregels. Grotere voertuigen hebben steeds voorrang op kleinere. Een truck gaat voor op een 4×4, een 4×4 op een personenwagen, enz. Uitzonderingen zijn de voetgangers en de “matatu’s” (de lokake minibusjes). Voetgangers hebben nooit voorrang en “matatu’s” hebben altijd voorrang;
- de regel van het rondpunt. Wie zich op een rondpunt bevindt, heeft alvast geluk, want erop geraken is niet altijd evident. Eénmaal erop ben je de baas van de weg, en rijd je zonder oogcontact te zoeken door tot aan de gewenste afslag. Oogcontact betekent vertraging en wordt door het aanstormend verkeer begrepen als een uitnodiging tot invoegen, wat niemand wil;
- de fluitsignalen. Fluitsignalen doen precies wat ze moeten doen: ze signaleren waar de politieagent(e) zich bevindt, maar wat hij/zij er mee bedoelt, ontgaat iedereen. Het doel moet je afleiden uit de gesticulaties, die echter wel van agent tot agent verschillen. Heb steeds een fotoapparaat bij de hand, want sommige van de dikbuikige agentes met korte rok, grijze sokken en zwarte laarzen zijn niet te versmaden in hun kaki uniform.
Eénmaal bovenstaande regels geinternaliseerd zijn, is het rijden een fluitje van een cent. Maar toch nog dit: bij voorkeur niet met een nieuwe wagen.
Peter