De Swahili-kenners onder ons, hebben natuurlijk al lang begrepen dat dit een bericht over boeken wordt. Ik hoop dat je het wat kan inspireren in deze duffe coronatijden. Omgekeerd hoor ik ook graag wat jullie zo allemaal gelezen hebben. En vooral wat me zou kunnen boeien.
“Het veld” van Robert Seethaler stond in de boeken top tien van de krant De Tijd. En de recensie sprak me onmiddellijk aan. Het veld is de begraafplaats van het fictieve stadje Paulstadt. Aan het woord komen één voor één de doden die er begraven liggen. Het voordeel hiervan is dat de doden niets meer te verbergen hebben, de maskers kunnen afwerpen, de uiterlijke schijn laten voor wat hij is en vrijuit kunnen spreken, maar echt flatterend worden de stervelingen niet neergezet.
Er zijn meerdere passages die uitnodigen tot reflectie maar de auteur lost de opborrelende vragen niet op. Dat kan sommige mensen aanspreken, maar ik had soms het gevoel op mijn honger te blijven. Dat wil niet zeggen dat ik niet af en toe genoten heb. Wat te denken van de corrupte burgemeester die als verdediging voor zijn malversaties opwerpt: “Maar god almachtig, wie vraagt de bok hoe hij aan zijn hoorns kwam, zolang hij zijn kudde veilig door de winter loodst?” Dat zijn dan weer voltreffers!