110 dagen al in dit Palmyra van het noorden… waar ik neerstreek op een zweterige zomerdag in augustus, getuige was van menige septemberstortvloed die het plaveisel van de Nevski Prospekt geselde, waar ik met zachte weemoed het slijten van de roestige kleurenpracht in oktober onderging, en het onherroepelijk verglijden naar een mistige novembermaand met grillige temperaturen en een genadeloos stijgende schaarste aan daglicht. Tot de eerste sneeuw kwam, en niet zo’n handvol nee, maar meteen de full option, en een minnelijker licht zich over de stad heen drapeerde… Een uitgelezen moment, dacht ik, voor een kijkje in het Arctica-Antarctica-Museum, niet ver van Dostojevski’s stek. Je staat er binnen meteen oog in oog met een forse opgezette ijsbeer en een kanjer van een bruine walrus. Eén blik is voldoende om stante pede te beseffen dat een gebeurlijk treffen met een levende soortgenoot wel eens het allerlaatste zou kunnen zijn.
Talloze omzwervingen door de binnenstad leerden mij intussen de ‘Moderne Stijl’ kennen, een soort noordelijke Jugendstil die aan Piter een frisse toets verleent. Zo schreef Russisch-Zweeds architect Fjodor Lidval een aantal verrassende gebouwen op zijn conto, zoals het statige herenhuis van schrijver/poëet Alexej Tolstoj. Het meest bekende is stellig het ravissante Hotel Astoria, waar piekfijn uitgedoste obers je in de lobby verrukkelijke cocktails, of puike cappuccino’s in verfijnd Russisch porselein voorschotelen. Paradijs op aarde, dat dacht ook de schare beroemdheden die hier het pure genot van een White Russian of Whiskey Sour kwam proeven. Desondanks kwam de dichter Sergej Jesenin op deze plek aan zijn onfortuinlijk einde. Michail Boelgakov schreef naar verluidt in kamer 412 enkele hoofdstukken van zijn klassieker ‘Master i Margarita’. Maar ook Vladimir Lenin, Isadora Duncan, Madonna, Alain Delon, Marcello Mastroianni, Jack Nicholson, Freddy Mercury en een rist anderen lieten de buitenkans om hier de nacht door te brengen niet aan zich voorbijgaan… Niettemin is van deze ‘Noordelijke Stijl’ het ‘Singerhuis’ op de Nevski Prospekt, pal tegenover de monumentale Kazankathedraal, de meest vermaarde exponent. Iedereen kent het als de ‘Dom Knigi’ of het ‘Huis van het boek’, de gigantische boekhandel die er onderdak vindt. Niet Lidvals prestatie evenwel, maar die van de Rus Pavel Suzor, op verzoek van naaimachinefabrikant Singer. Een heuse wolkenkrabber zoals die in New York was buiten de voorschriften gerekend, die hoger bouwen dan het Winterpaleis resoluut uitsloten. Als elegant alternatief voorzag Suzor een glazen toren, waarop de Estse kunstenaar Amandus Adamson een wereldbol installeerde. Zo creëerde het duo listig de illusie van subtiele hoogte, zonder de bonte koepels van de Kerk van de Verlosser op het Bloed te overschaduwen.