Atoomenergie

Atoomenergie? Nee, bedanktNa lange tijd duikt mijn geliefde sticker uit de begin jaren tachtig terug op: “Atoomenergie? Nee bedankt!”. Het heeft jammer genoeg een kernramp in Fukushima nodig gehad om mij wakker te schudden en mij te testen waarvoor ik nu werkelijk sta. Welnu, ik ben tegen kernenergie en zal het waarschijnlijk altijd blijven. En daar zijn verscheidene goede redenen voor te bedenken: 1. er bestaat nog altijd geen afdoende oplossing voor het opbergen van kernafval en 2. een kernramp is te beschouwen als een negatief publiek goed, want het is “non-rival”, “non-excludable” en “non-rejectable”, wat vrij vertaald betekent dat het iedereen treft, niemand uitsluit en niet kan vermeden worden. En productie van goederen die in een “worst case scenario” negatieve publieke goederen voortbrengen zouden simpelweg verboden moeten worden. Dit zou de ultieme “stress test” moeten zijn en niet, zoals nu, in hoeverre er rekening wordt gehouden met mogelijke risico’s omdat die vaak voorbijgaan aan menselijke fouten maar vooral omdat niet alle mogelijke huidige en toekomstige risico’s in een snel veranderende wereld uitputtend in kaart te brengen zijn.

Continue reading “Atoomenergie”

What if?

Dreaming Nu het nieuwe jaar is gekomen en de goede voornemens al wat zijn weggeëbd, rest me nog slechts wat dromerijen. In één van die dromen stel ik me voor dat ik de volgende Minister van Ontwikkelingssamenwerking mag adviseren over de te volgen beleidslijnen voor de samenwerking van staat tot staat, de zogenaamde direct bilaterale samenwerking. Ideeën over de andere vormen van samenwerking, zoals de samenwerking via de Ngo’s of via de internationale instellingen, laat ik voor een volgend bericht.

Let wel, het adviseren van de Minister mag dan wel de natte droom zijn van elke plichtsbewuste ambtenaar, maar wat hieronder volgt zijn eigen hersenspinsels, niet erg uitgesponnen, eerder opwellingen uit het onderbewuste opgestuwd door deels onverwerkte literatuur, maar in elk geval zonder binding met de mening van wie dan ook. Dat iedereen er het zijne van peinze maar ik zou aan de Minister alvast de volgende vier zaken voorstellen:

Continue reading “What if?”

The beauty of numbers

De allerslimste mens ter wereld mag men – wat mij betreft – zoeken onder geschiedkundigen, filosofen, wiskundigen en statistici, en als het even kan onder die personen die alle voornoemde vakgebieden combineren en verwerken tot iets begrijpbaars zodanig dat het simpel lijkt.

De schoonheid van de dingen echter ligt wel bij de geest die ze aanschouwt.

Continue reading “The beauty of numbers”

Millenniumdoelen

Van maandag 20 tot woensdag 22 september 2010 vindt er weer een uiterst belangrijke top voor ontwikkelingssamenwerking plaats in New York. Officieel heet de top “High-level Plenary Meeting of the General Assembly of the United Nations”, maar wordt in het jargon van de deskundigen eenvoudigweg verkort tot “MDG Summit”, zeg maar de top van de millenniumdoelen.

Vele staatshoofden en hun talrijk gevolg zullen er debatteren over de millenniumdoelen. “Hoever staan we?”, “Wat moet er nog gebeuren tot 2015?”, en vooral “Hoeveel middelen zijn daar nog voor nodig?”, zullen de kernvragen zijn waarop antwoorden worden gezocht.

Nochtans bestaan er ook MDG-sceptici, en die moet men niet noodzakelijk zoeken in het kamp van de rabiate tegenstanders van ontwikkelingssamenwerking. Todd Moss en Michael Clemens zijn twee “senior fellows” van het “Center for Global Development” – een progressieve Amerikaanse “think tank” – en komen dus uit onverdachte hoek.

Continue reading “Millenniumdoelen”

Minder pretentie, meer ambitie

Minder pretentie, meer ambitie“Minder pretentie, meer ambitie”. Onder die titel is zopas een boek verschenen van de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Dit is een uitstekend werk – een klepper van 354 pagina’s  – voor al diegenen  die met de toekomst van ontwikkelingssamenwerking zijn begaan. Hoewel het geschreven is voor een Nederlands publiek en dan inzonderheid voor haar beleidsmakers, lijkt het me een boek dat evenzeer een  Belgisch publiek kan aanspreken. Het boek is geschreven in een heldere taal en vereist slechts een minimale kennis van het technisch jargon uit het wereldje van de ontwikkelingssamenwerking.

Wat heeft me aangesproken in dit boek?

Continue reading “Minder pretentie, meer ambitie”

Malaria

BBC Science in ActionSlechts door scha en schande ben ik het belang gaan inzien van een preventieve bescherming tegen malaria. Na twee hersenmalaria’s ben ik volgestouwd met weetjes over een dodelijke ziekte die amper de westerse pers haalt. Zo weet ik nu dat een goed insectenwerend middel best DEET bevat, dat je in de tropen liefst onder een “treated bednet” slaapt, dat malaria overgedragen wordt door de vrouwtjesmug, dat er vier soorten malaria zijn, dat Lariam veel bijwerkingen heeft en Malarone geen, maar wel zeer duur is, dat je voor een behandeling best Coartem kiest of een gelijkaardig ACT-middel (“artemisinin-based combination therapy”).

Continue reading “Malaria”

M * V = P * T

Het zegt u vermoedelijk niks: M * V = P * T. Dat hoeft ook niet, want u bent waarschijnlijk geen econoom. M * V = P * T is de ruilvergelijking van Fisher die in essentie zegt dat er een verband bestaat tussen de hoeveelheid geld in omloop (M) en het algemeen prijspeil (P). In Zimbabwe weten ze daar ondertussen alles van. De regering drukt geld bij met als enig gevolg dat de prijzen stijgen. En om die stijgende prijzen te kunnen volgen, wordt er weer geld bijgedrukt. Maar om het aantal bankbiljetten enigszins onder controle te houden, verhoogt men steeds de nominale waarde bij elke opeenvolgende druk.

Dit lijkt een proces dat eeuwigdurend kan doorgaan, maar is dat wel zo? Veronderstel bijvoorbeeld dat de man in het plaatje linksonder betaald wordt voor het versjouwen van geld en dat hij voor elke sjouwbeurt meer ontvangt dan hij kan dragen. Wat een vreselijk lot, want als een moderne Sisyphus kan hij op en af lopen, maar al zijn geld verzamelt hij nooit. Kinderarbeid lijkt dan de oplossing (plaatje rechts), waarbij de fooi voor elke sjouwbeurt minder moet zijn dan de hoeveelheid verplaatst geld.

Continue reading “M * V = P * T”

Industrialisatie in Oeganda?

Op vrijdag 16 mei ll. gaf Professor Hiroyuki Hino (Japan), op vraag van IMF-Kampala, een lezing over een alternatieve industrialisatiestrategie voor Oeganda. In veel opzichten was dit een merkwaardig voorstel omdat het buiten de lijnen kleurt van het traditionele denken over ontwikkeling.

Het voorstel behelst een twee-sporen-strategie:

    1. enerzijds het versterken van landbouw en agro-industrieën met in het bijzonder aandacht voor bio-brandstoffen (sorghum en maïs) en bijhorende energieopwekking;
    2. anderzijds de uitbouw van een “knowledge based”-dienstensector gericht op voornamelijk export van “verhandelbare” diensten (er wordt hierbij gedacht aan “Business Process Outsourcing” (BPO) zoals bijvoorbeeld het opzetten van “Call Centres” en aan het uitsturen van geschoolde krachten die eveneens als een soort export zijn te beschouwen vermits ze “remittances” terugsturen).
  1.  

Aan de uitbouw van een klassieke industrie (zo kenmerkend als overgangsstap tussen landbouw en diensten in het ontwikkelingspad van ontwikkelde landen) dient voorbij gegaan te worden. Door haar nadelige ligging zal in Oeganda het aandeel van de transportkosten in de prijzen van industriële producten altijd hoog zijn en dus zullen die producten minder competitief zijn.

Continue reading “Industrialisatie in Oeganda?”