Hier sta ik dan op een stuk grond in Alexandria dat ooit heeft toebehoord aan Henry Lee III: een militair – en later de 9de gouverneur van Virginia – die meegevochten heeft in de onafhankelijkheidsoorlog van de Verenigde Staten (1775-1783) en die omwille van zijn rijvaardigheden te paard de bijnaam “Light-Horse Harry” kreeg.
“Light-Horse Harry” had op zijn beurt een zoon: Robert Edward Lee, die de zijde koos van de Geconfedereerde Staten tijdens de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865). Toen ik hier fijntjes een opmerking over maakte dat Robert Edward Lee in feite aan de verkeerde zijde (“the wrong side”) van de strijdende partijen stond, corrigeerde onze gids mij onmiddellijk: “here in Virginia, we don’t see it that way, Robert Edward Lee was not on the wrong side, but on the losing side”, waarna ze begon uit te weiden over de vele militaire successen van het Geconfedereerde leger in de beginperiode van de oorlog en de rol die Generaal Lee daarbij gespeeld had.
Ik stond perplex. In mijn geschiedenis streden de Geconfedereerde Staten voor het behoud van de slavernij en stonden ze – zeker in moreel opzicht – aan de verkeerde zijde van de lijn. Maar in de geschiedenis van onze gids had Robert Edward Lee ondanks de vele tactische overwinningen slechts enkele strategische blunders gemaakt – zij het kapitale – waardoor de oorlog beslecht werd in het voordeel van de Unie. Elk moreel oordeel over de gerechtvaardigdheid van die oorlog werd daarbij achterwege gelaten.