Er waren eens een fysicus, een filosoof en een wiskundige. Het had het begin van een grap kunnen zijn, maar het is de ontstaansgeschiedenis van de paradox van Newcomb: een paradox over voorspelbaarheid.
De fysicus, William Newcomb, bedacht de paradox maar publiceerde hem niet. De filosoof, Robert Nozick, besprak de paradox voor het eerst in een essay en vernoemde hem naar de bedenker: “de paradox van Newcomb” (in 1969). De wiskundige, Martin Gardner, maakte de paradox bekend onder een breed publiek door erover te schrijven in zijn column “Mathematical Games” in Scientific American (in 1974).
Stel je de volgende situatie voor. Je zit in een spelprogramma en je hebt twee dozen voor jou. In de kleine doos zit duidelijk zichtbaar 100 Euro en in de grote doos zit 0 Euro of 1 miljoen Euro.
Je wordt nu voor de keuze gesteld:
-
- ofwel kies je de grote doos (je bent dus eerder “bescheiden” van aard);
- ofwel kies je beide dozen (en ben je dus meer “inhalig” van aard).
Uiteraard ontbreekt het aan nog wat bijkomende informatie.