In de wereld van de ontwikkelingssamenwerking bestaat er een spanningsveld tussen humanitaire hulp en traditionele ontwikkelingshulp. Humanitaire hulp wordt gegeven na een humanitaire ramp, is gericht op de korte termijn en heeft als voornaamste objectief het redden van levens en het verzachten van menselijk leed. Traditionele ontwikkelingshulp daarentegen beoogt structurele veranderingen op de lange termijn die voornamelijk de armen op een hoger en vooral meer duurzaam niveau moeten tillen.
Sinds geruime tijd is men nu al aan het zoeken naar manieren om die twee vormen van hulp met elkaar te verbinden. Die verbinding wordt in het jargon “the nexus” genoemd, maar die betrachting is uiteraard geen sinecure gezien de verschillende objectieven van de twee hulpvormen. En daarom dat het zoeken naar “the nexus” vaak eerder op een zoektocht naar de heilige graal leek, waarbij het vooral bij een concept zou blijven, dan op een daadwerkelijk manier het conceptuele te overstijgen en acties te vinden die mekaar kunnen versterken.
En toch hebben we in Tanzania een voorbeeld van “the nexus” gerealiseerd. In Kigoma – een regio in het westen van Tanzania – worden lokale boeren nu al geruime tijd ondersteund door de Belgische ontwikkelingssamenwerking bij het planten, oogsten en vermarkten van rode bonen, maar dit jaar wordt de hele oogst verkocht aan World Food Program. Dit is een internationale humanitaire actor die de bonen zal verdelen in de vluchtelingenkampen van Nyarugusu, Mtendeli en Nduta, waar hoofdzakelijk Burundezen en Congolezen zijn ondergebracht. Dit is “the nexus” in de praktijk!
Die koppeling geeft ook een sterk politiek signaal aan het huidig Tanzaniaans regime, want die verwijten de internationale gemeenschap te veel te focussen op de vluchtelingen en te weinig op de lokale bevolking. Met de totstandkoming van “the nexus” in Kigoma wordt dit argument uiteraard ondergraven. Het is voor iedereen win-win!
Peter