Het was gisteren 8 maart, en dus internationale vrouwendag. Die dag verwijst naar de eerste staking van vrouwen in 1908 tegen de slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie van New York. De staking is beroemd geworden omdat de vrouwen “brood en rozen” eisten.
Ik had me voorgenomen ‘s avonds een leuk stukje te schrijven over de strijd voor de vrouwenemancipatie en tegen de vrouwendiscriminatie. Maar omdat ik eerst nog in de buurt van de Europese Commissie onze tijdelijke pleegdochter moest afhalen, werd ik onvermijdelijk geconfronteerd met talrijke schaarsgeklede dames die voor enkele centen een paradijs beloven dat er geen is. “Voor hun geen vrouwendag,” schoot het door mijn hoofd. Bovendien had ik pas gelezen in een studie van de Internationale Organisatie voor Migratie dat sommige Congolese dames onder de marktprijs werken, en een beurt verkopen voor 400 Oegandese shilling (15 Euro cent). Met die weinig opbeurende gedachten kwam ik thuis, en weg was alle inspiratie voor een bijdrage over de internationale vrouwendag.