40 dagen woon ik nu in St-Petersburg, Palmyra van het noorden, stad van de waanzin, van Peter I en Catharina II, van drie revoluties, van kanalen, schrijvers en helden, de stad van 5 miljoen inwoners die me bij de strot greep in 2001 en me sindsdien steeds meer onder het vel ging zitten… Elke straat, elk plein, elke binnenplaats van deze vrij jonge en geometrische wereldlijke stad ademt geschiedenis, literatuur, en… waanzin. Als ik wandel langs het Gribojedova kanaal naar het beroemde Mariinskitheater, lijkt het alsof Fjodor Dostojevski met me meeloopt en Raskolnikov me achtervolgt. Oblomov kijkt uit het raam op de Gorohovaja Ulitsa, Nikolaj Gogol snelt me voorbij met zijn legendarische jas tot aan de Nevski Prospekt, waar de schimmen van Alexander Poesjkin, Michail Lermontov, en zelfs Alexander Radisjtsjev rondwaren… Aan café De Zwerfhond, vlakbij de Moika en de kerk van de Verlosser op het Bloed, waakt Ilja Ilf (of is het Jevgeni Petrov?) bij een van hun 12 stoelen, en eenmaal binnen in de kleurige gloed van de gelagzaal is de aanwezigheid van Anna Achmatova en Josip Brodsky magisch voelbaar. Ook in de roemruchte Ulitsa Rubinsteina vlakbij het Fontanka kanaal, waar in de jaren ‘80 wijlen Viktor Tsoi’s legendarische rockgroep Kino de pannen van het dak speelde, kan je niet om 20ste eeuwse cultschrijver Sergej Dovlatov heen. En ondertussen waakt Falconets Bronzen Ruiter onafgebroken over de Neva, op een dondersteen van 1250 ton, wellicht de zwaarste monoliet ooit door mensen verplaatst. En er is nog zo veel meer…
Category: Landen
Made in Belgium
Soms moet je echt naar het buitenland om iets te leren over je eigen land. Zo ontdekte ik in Sri Lanka een auto waarvan ik nog nooit gehoord gehad. Maak kennis met de Pipe! Made in Belgium. En ja, het logo was wel degelijk een pijp. De Pipe werd aan het begin van de 20ste eeuw vervaardigd in Brussel. Naar het schijnt hadden Leopold II en Albert I ook een Pipe. Het waren voor die tijd zeer moderne wagens en de Pipe werd naar vele landen geëxporteerd, maar tijdens de eerste wereldoorlog werd de fabriek gedeeltelijk verwoest. Pogingen tot een doorstart na WO I kenden evenwel geen groot succes.
Ghent – the past is back
Tijdens de lunchpauze ga ik vaak eens wandelen in het park voor het koninklijk paleis in Brussel: het Warandepark. Tot mijn verbazing loopt daar nu een openluchttentoonstelling rond de Duitse negatieven. Het betreft negatieven van foto’s uit WO I. Je kan er het Belgisch artistiek erfgoed door de lens van de Duitse bezetter zien. De expo biedt een bloemlezing van de mooiste opnames die door de bezetter in België werden gemaakt.
Gent Jazz – Trixie Whitley
Tja, die twee kaarten voor Trixie Whitley waren een impulsaankoop geweest. Pas nadien surfte ik wat op internet om te kijken wat me te wachten stond. En het beviel me niet. Haar stem bekoorde me slechts matig en veel van haar songs klonken me te chaotisch in de oren. En toch heb ik van het optreden op Gent Jazz genoten. Ook al waren ze maar met twee, Trixie en haar drummer (tevens pianist en basgitarist) hebben me bij wijlen aangenaam verrast met hun stevige “wall of sound”. Dit was goed, maar ook weer niet zo goed, dat ik me onmiddellijk na het concert enkele songs van Trixie zou aanschaffen, ook als is ze een half-Gentse. En toch twijfel ik, want nu, terwijl ik dit stukje schrijf, heb ik enkele fimpjes op YouTube gezien die ik wel best kan pruimen. Kijk maar even mee.
Gent Jazz – Miles Mosley
Oh ja, ik heb Grace Jones op de openingsdag van Gent Jazz gezien, maar dat was meer show dan muziek. Ik moet het haar wel nageven: op je 69ste in body paint op het podium verschijnen, dat zullen weinigen haar nadoen. Bij momenten pure waanzin! Jammer echter dat de vele verkleedpartijen bij wijlen het ritme uit de show haalden.
Die dag heb ik echter muzikaal meer genoten van Miles Mosley en zijn band. Illustere onbekenden, maar het voelde direct goed aan. De band sloeg aan bij het publiek, en reeds vroeg op de dag werd er gedanst voor het podium. Niet dezelfde show als Grace, maar wel betere muziek. En daar zijn we toch uiteindelijk voor gekomen, niet?
Peter
Daddy Cool
Ik vind ze behoorlijk stug, die Belgen! Ze schuwen oogcontact, en lopen je, schijnbaar in gedachten, zomaar op straat voorbij. Een eenvoudige knik, een bescheiden hallo, of nog beter, een spontane glimlach als erkenning van andermans bestaan, het is voor vele Belgen simpelweg teveel gevraagd. Liever kluisteren ze zich vast aan het scherm van de telefoon, of staren ze wat halsstarrig voor zich uit, dan zich aan een gesprek met een onbekende medereiziger op de trein, bus of tram te wagen.
Pijn om te zien, pijn om te horen
Een ezel stoot zich geen tweede keer aan dezelfde steen. Ik klaarblijkelijk wel! De eerste keer had ik verkozen om niets te zeggen. Ik was niet zeker of het aan de auteur dan wel aan de regisseur van het theaterstuk lag. Orhan Pamuk heeft me nog nooit geboeid. En de theaterbewerking van zijn roman “Sneeuw” door Luc Perceval liet me onbeslist over wie nu de grootste verantwoordelijkheid had voor het debacle dat ik mocht aanschouwen: de schrijver of de theatermaker.
BoNoM
London heeft “Banksy”, Gent “Bué the Warrior”, en Brussel “BoNoM”. Die laatste kenden we nog niet goed en hebben we nu recent aanschouwd. Geniet maar even mee van de portretten langs onze halferotische wandeling doorheen het stadscentrum van Brussel.
Wiels
Elke pendelaar van Gent naar Brussel kent het vast. Net voor het binnenrijden van het station Brussel-Zuid zie je een groot gebouw met duidelijk opschrift “Wielemans Forst”, maar wie weet wat er in dit gebouw gebeurt?
Kurkdroog
Ik weet het niet hoor! Het is natuurlijk altijd moeilijk om jezelf – met de kennis van nu – te verplaatsen naar je tienerjaren. Wat wist je op die leeftijd en wat wist je niet? Toch heb ik het gevoel dat ik het beter zou gedaan hebben dan de kinderen in onderstaand videofragment. Kijk maar eens mee, je zal verbaasd zijn.
Een van de redenen waarom ik het beter zou gedaan heb, is dat televisie tijdens mijn jeugdjaren zowat het enige medium was dat mijn kijk op de wereld verbreedde. Alleen bepaalde ik niet naar wat er gekeken werd, dat deed mijn vader, althans voor het blok tussen zeven en pakweg halfnegen ‘s avonds. Bij ons werd er dan steevast gekeken naar het nieuws van de BRT, de RTB, Nederland 1 of TF1. En als het wat tegenzat naar een combinatie van al die journaals. Er was geen PC, tablet, of smartphone waarmee ik me kon terugtrekken tot wat ik op dat moment belangrijk vond.