PreviousNext  
PreviousNext  
Printable version (PDF) 

4.4 Synthese

Principiële en statistische onzekerheid over de werking van het maatschappelijke systeem en de effecten van menselijk handelen hierop maken het onmogelijk om enkel in te grijpen op grond van wetenschappelijk gestaafde en objectief meetbare risico's. Individuen en maatschappelijke groepen verschillen daarom in mening over de maatschappelijke evolutie die de meest wenselijke is. Dat is niet anders voor duurzame ontwikkeling. Er bestaan een veelvoud aan wereldvisies hierover. Ze verschillen van elkaar in de noodzaak en de manier waarop moet worden ingegrepen in de economische, sociale of milieusfeer om te komen tot een duurzame ontwikkeling. In dit rapport werden er drie ontwikkeld en vervolgens toegepast op tien concrete problematieken:

Dit rapport spreekt zich niet uit over welke wereldvisie te verkiezen is. Het reikt informatie aan die de lezer in de mogelijkheid moet stellen zich daar een eigen mening over te vormen. Deze kan zijn of haar persoonlijke risicopercepties spiegelen aan de drie wereldvisies. Deze pluralistische aanpak staat centraal in het proces van duurzame ontwikkeling. Er zal steeds een normatieve component aanwezig zijn in de keuze van een strategie gericht op duurzame ontwikkeling. Het rapport houdt hier rekening mee door een pluralistische visie aan te houden op de risico's van de effecten van menselijk handelen op het maatschappelijke systeem. Om de wereldvisies te structureren werd de maatschappij voorgesteld aan de hand van drie kapitaalvoorraden, wiens kwantiteit, kwaliteit, functie en spreiding op verschillende manieren beheerd kunnen worden. Deze methode van toekomstverkenning heeft een aantal voordelen:

De resultaten van deze toekomstverkenning kunnen de discussies voeden over de maatregelen die in het tweede Federaal plan inzake duurzame ontwikkeling moeten worden opgenomen. De betrokken actoren1 kunnen zich bij de opmaak van het plan laten inspireren door de drie wereldvisies en beleidsvisies die erin zijn ontwikkeld. Beleidsmakers kunnen vervolgens kennis nemen van deze subjectieve maatschappelijke voorkeuren en er rekening mee houden bij het uitstippelen van het beleid. Dat zal een positieve bijdrage leveren aan de maximalisatie van het maatschappelijk welzijn. Het resultaat zal een afspiegeling vormen van de wereldvisies die zijn geventileerd en van de heersende machtsverhoudingen binnen de regering. Dat zal er toe leiden dat voor één problematiek of voor de verzameling van problematieken het regeringsbeleid niet terug te brengen zal zijn tot één enkele beleidsvisie, maar meer dan waarschijnlijk zal bestaan uit een combinatie van maatregelen uit de verschillende beleidsvisies.

Het eerste Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling vertrok van een zelfde pluralistische benadering van duurzame ontwikkeling. Dit rapport bouwt hierop voort maar voegt daar een systematisch, coherent en transparant conceptueel kader aan toe dat zich baseert op de analyse van complexe systemen. Dat zorgt voor een hogere eenvormigheid in de gebruikte terminologie en laat toe een hele waaier van problematieken op een zelfde manier te analyseren. Het rapport gaat ook na in welke mate een deel van het gevoerde beleid kan worden gesitueerd binnen de drie wereldvisies.

Toch moeten enkele kanttekeningen geplaatst worden bij de gebruikte methodologie. Die gaat er immers vanuit dat alle problematieken onderhevig zijn aan onzekerheden, ongeacht hun aard. In werkelijkheid is de onzekerheid voor de verscheidene problematieken niet steeds van dezelfde orde. Over sommige onzekerheden bestaat meer informatie dan over anderen. Het explicieter duiden van de beter gekende en kwantificeerbare risico's zal ertoe leiden dat voor bepaalde problematieken de keuze voor een te volgen wereldvisie zich minder zal baseren op subjectieve en meer op objectieve criteria. Voor problematieken waarvan de onzekerheden becijferbaar zijn is het dan niet meer aangewezen scenario's uit te werken op basis van verschillen in risicopercepties. In plaats daarvan kunnen scenario's worden uitgewerkt op basis van hypothesen die berusten op andere sleutenvariabelen.

Een ander probleem is dat de manier waarop de scenario's zijn gedefinieerd volgens verschillende afwegingen en substituties geen ruimte laat voor het formuleren van zogenaamde "win-win-win"-maatregelen. Dat zijn maatregelen die gelijkertijd aanleiding geven tot verbeteringen in de economische, menselijke en milieukapitaalvoorraden. Er is dus geen sprake meer van afwegingen tussen het aantasten van één of meerdere van de kapitaalvoorraden ten voordele van een andere kapitaalvoorraad. Zulke maatregelen zijn niet uit te sluiten. Het beheer van de kapitaalvoorraden gebeurt vandaag immers niet optimaal. Een heleboel maatregelen kunnen dit verbeteren zonder dat zij gepaard gaat met economische, menselijke of milieukosten. Zo kunnen milieumaatregelen die een verandering teweeg brengen in de relatieve prijs van de milieuproductiefactor technologische vernieuwingen bespoedigen en derhalve resulteren in verbeteringen in de menselijke en economische kapitaalvoorraden. Het is dus zaaks de bovenvermelde scenario-indeling enkel toe te passen op problemen waarbij een afweging noodzakelijk is tussen de aantasting van de drie kapitaalvoorraden.

In een volgend rapport zal voor iedere problematiek een betere inschatting gemaakt moeten worden van de onderliggende onzekerheden en van de determinanten die ze beïnvloeden. Om informatie hierover te bekomen kan naast de verdere studie van de wetenschappelijke literatuur ook gebruik gemaakt worden van een participatieve methode. Daarin worden de wetenschappelijk afgeleide gegevens, kennis over onzekerheden en hypothesen samengebracht met de kennis, meningen en inzichten van het maatschappelijke middenveld. Zodoende komt men via een actieve dialoog tot geïntegreerde inzichten over de onzekerheden en het te verwachten verloop van de problematieken. Dat zal de relevantie en acceptatie van de resultaten van de analyse verbeteren. Met het oog op de valorisatie van de gegevens uit de toekomstverkenning kan dit een belangrijk element zijn. De moeilijkheid van deze benadering is dat er nog steeds geen vastgelegde procedures bestaan om een participatief proces op gang te brengen en te stroomlijnen.

1Dat zijn de federale regering, de icdo, de frdo en, via het openbaar onderzoek, de bevolking.

  PreviousNext
  PreviousNext

Bureau fédéral du Plan - Federaal Planbureau [ http://www.plan.be ] - Please send your comments or remarks to webmaster@plan.be